De bouwsector wordt geconfronteerd met aanhoudende uitdagingen op het gebied van productiviteit en prestaties en blijft achter bij andere sectoren. Tientallen jaren aan rapporten, waaronder het invloedrijke Egan Report uit 1998 (“Rethinking Construction”) en de “Never Waste A Good Crisis” uit 2009, hebben een cruciaal probleem onderstreept: aanzienlijk afval tast de efficiëntie en winstgevendheid aan. Het probleem gaat niet alleen over weggegooide materialen; het is een systemisch probleem dat zijn oorsprong vindt in de manier waarop het werk stroomt – of niet stroomt – op bouwplaatsen.
De omvang van het probleem: Studies onthullen een verrassende realiteit: tot 30% van het bouwwerk bestaat uit nabewerking, arbeid werkt met slechts 40-60% efficiëntie, ongelukken slokken 3-6% van de projectkosten op en ten minste 10% van de materialen wordt uiteindelijk verspild. Deze cijfers zijn weliswaar alarmerend, maar vertegenwoordigen slechts het zichtbare topje van de ijsberg.
Voorbij fysiek afval: een lean perspectief
Jarenlang heeft de bouwsector ‘afval’ vooral gelijkgesteld met het weggooien van materiaal. Het overnemen van principes uit lean manufacturing – een systeem waarvan bewezen is dat het de efficiëntie in andere industrieën stimuleert – onthult echter een veel bredere definitie. Afval is in deze context alles wat niet bijdraagt aan de waarde voor de klant.
Denk hierbij niet alleen aan afgedankte materialen, maar ook aan inefficiënte processen, onnodige verplaatsingen, wachttijden en defecten. Lean denken categoriseert activiteiten als waardetoevoegend of niet-waardetoevoegend. Niet-waardetoevoegende activiteiten zijn opgesplitst in twee typen: noodzakelijke ondersteuning (zoals logistiek of boekhouding) en puur afval – activiteiten die kunnen worden geëlimineerd zonder het eindproduct te beschadigen.
De zeven verspillingen (TIMWOOD): een raamwerk voor verbetering
De kern van het terugdringen van lean waste ligt in het identificeren en elimineren van wat onnodig is. Het “TIMWOOD” raamwerk biedt een praktische checklist:
- T vervoer: Het onnodig verplaatsen van materialen of mensen.
- I inventaris: overtollige materialen of onderhanden werk bewaren.
- M otie: Onnodige verplaatsing van werknemers of apparatuur.
- W aiting: inactieve tijd vanwege vertragingen of knelpunten.
- O ver-productie: meer creëren dan nodig is.
- O ver-verwerking: onnodige stappen toevoegen.
- **Defecten: fouten die herbewerking vereisen.
Daarnaast bestaan er nog andere vormen van verspilling: onderbenut menselijk potentieel (gebrek aan communicatie) en “making-do” (het accepteren van suboptimale oplossingen).
De werkelijke kosten: meer dan 50% afval
Empirisch bewijs suggereert dat afval ruim 50% van de bouwtijd voor zijn rekening neemt. Dit is niet alleen fysiek afval; het is voornamelijk procesverspilling – inefficiënties die zijn ingebed in ontwerp, aanschaf en uitvoering. Om dit aan te pakken is een fundamentele mentaliteitsverandering nodig: van uitsluitend focussen op materialen naar het optimaliseren van de gehele workflow.
Het grotere plaatje: imperfecte systemen
Het probleem is niet alleen individuele fouten; het is systemisch. Gebrekkige inkooppraktijken, rigide contracten en een gebrek aan samenwerking zorgen voor verspilling. Om dit op te lossen is het nodig om diepgewortelde aannames uit te dagen en een gestroomlijnde aanpak te omarmen die prioriteit geeft aan waarde, efficiëntie en voortdurende verbetering.
Samenvattend: Om afval in de bouw te begrijpen, moet je verder kijken dan materialen. Door lean-principes toe te passen en systemische inefficiënties aan te pakken, kan de industrie aanzienlijke winsten boeken op het gebied van productiviteit, winstgevendheid en algemeen projectsucces.















































